Vereniging Erfgoed Leidschendam

info@erfgoedleidschendam.nl

Uitgave: Januari 2001

Leidschendam had zijn eigen tijd

Leidschendam had zijn eigen tijd

Omstreeks 1890 klaagden steeds meer Nederlanders over het ontbreken van een voor het hele land geldende klokkentijd. ledere gemeente stelde haar eigen tijd vast. Zo had men de Groningse tijd, de Leeuwardense tijd, de Middelburgse tijd en dat was natuurlijk zeer verwarrend.

De torenklok gaf de plaatselijke tijd aan en daar was het gemeentebestuur verantwoordelijk voor. Maar als de toren niet door de gemeente werd onderhouden en beheerd maar eigendom was van de kerkelijke gemeente, dan was het kerkbestuur verantwoordelijk voor de tijdsaanduiding. Daardoor kon er zelfs tijdverschil zijn tussen dorpen in één gemeente en dat verschil was soms tamelijk groot. Hoogstwaarschijnlijk wezen in die dagen ook de klokken inVeur en Stompwijk een eigen tijd aan.

Op het platteland werkte men met de tijd die men hoorde: het slaan van de torenklok. Zomers, als er geoogst moest worden, schenen de uren voor de landarbeiders langer te duren dan 's winters en dat was vaak niet alleen schijn. De twee grote spoorwegmaatschappijen gingen in verband met internationale verplichtingen in 1890 over op de Greenwichtijd.Voor minister Tak van Poortvliet van binnenlandse zaken was dat aanleiding om de gemeentebesturen in overweging te geven eveneens die tijd in te voeren.
Maar verder wilde hij niet gaan. De regeling der gemeenteklokken was volgens hem een zaak waarin de plaatselijke besturen geheel vrij owaren. En zo zal het blijven, verklaarde hij in de Tweede Kamer toen Gerard Beelaerts van Blokland hem interpelleerde.

Warboel

Beelaerts van Blokland pleitte voor een nationale regeling bij wet. Maar Tak van Poortvliet voelde daar niets voor. Hij vond het zelfs hoogst bedenkelijk als de regering de plaatselijke besturen een eeuwenoude bevoegdheid zou afnemen. Maar we hebben voor de munten, de maten en de gewichten toch ook een nationaal stelsel, werd hem in de Kamer tegengeworpen; de gemeenten kiezen nu de tijd die zij willen, de middelbare tijd, de zonnetijd, de ware tijd - en die kunnen onderling wel een kwartier verschillen! De minister stond erbij met zijn handen in zijn zakken en zei: u gaat uw gang maar.
Wel, dat deden de gemeenten dan ook. In de gemeente Baflo hadden vier dorpen vier verschillende tijden. In de gemeente Etten en Leur had Leur de Amsterdamse tijd, Etten de Greenwichtijd en de buurgemeente Princenhage scheelde daar weer 25 minuten mee.Tramwegmaatschappijen in eenzelfde streek gebruikten verschillende klokkentijden. Het was een warboel.

Wetsontwerp

Een paar jaar later kreeg Beelaerts van Blokland het grootste deel van de Kamer mee voor een motie waarin een wettelijke regeling werd gevraagd. Minister Sam van Houten, die Tak was opgevolgd, diende een wetsontwerp in waarin hij de Greenwichtijd als nationale tijd voorschreef. Na een schriftelijke voorbereiding kwam dat echter niet in openbare behandeling.
Pas in 1906 probeerde minister Rink het nog eens. Hij stelde de Midden-Europese tijd voor. Na een moeizame schriftelijke voorbereiding zag het er niet naar uit, dat de Kamer het eens zou worden over de te kiezen tijdregeling.Te elfder ure echter diende minister Heemskerk - op Binnenlandse Zaken zaten de bewindslieden ook vroeger nooit zo erg lang - een nota van wijziging in waarbij hij koos voor de Amsterdamse tijd, die min of meer tussen die van Greenwich en Midden-Europa in lag. De Spoorwegen hadden laten weten dat zij die tijd in hun dienstregelingen zouden gebruiken als de wetgever er een nationale tijd van zou maken. Heemskerk, die zowel tegen de Greenwich- als tegen de Midden-Europese tijd was, voerde daarna het wetsontwerp zonder problemen naar het staatsblad.
Op l mei 1909 om middernacht werd de wet van kracht en kreeg heel Nederland overal dezelfde klokkentijd. De wet betekende het einde van een curieuze gemeentelijke bevoegdheid.
Tak van Poortvliet, die haar principieel had willen handhaven, heeft dat niet meer beleefd. Hij stierf in 1904 in zijn woning aan de Sophialaan in Den Haag. Ook het Kamerlid Beelaerts van Blokland, die zich zo voor een uniforme klokkentijd had ingezet, kon er geen getuige van zijn. Hij overleed al in 1897.

D. Hillenius


Terug naar overzicht

Laatste publicatie

Erf Goed Nieuws augustus 2023
augustus 2023, jaargang 32, nummer 1

Erf Goed Nieuws augustus 2023

Erf Goed Nieuws, augustus 2023

Lees verder Alle publicaties